Uit: ‘Hoogbegaafd, wat betekent dat?’, uitg. Vereniging Mensa Nederland, 1993

 

Hoofdstuk 15

Bent u ook zo (over)prikkelbaar?

© Karel Jurgens 1993

 

Op een congres over hoogbegaafdheid mag de theorie van Dabrowski niet ontbreken. Deze theorie van 'positieve desintegratie' werd in de dertiger jaren opgesteld door de Poolse psychiater en psycholoog Kazimierz Dabrowski en de laatste dertig jaar verder ontwikkeld aan de Universiteit van Alberta in Edmonton. Het belang van deze theorie is vooral gelegen in het feit dat hij –in tegenstelling tot de meeste andere psychologische theorieën– is gebaseerd op hoogbegaafden. Dabrowski's theorie werd in Den Haag vanuit een praktisch oogpunt besproken door Michael Pyryt en Sal Mendaglio van de Universiteit van Calgary (Canada).

De theorie van positieve desintegratie van Dabrowski

Dabrowski beschouwt de menselijke ontwikkeling als een proces met vijf duidelijk onderscheiden stadia of niveaus. Hij zet de eigenschappen tegenover elkaar die kenmerkend zijn voor de lagere, respectievelijk de hogere stadia:

  • Gedrag van het individu bepaald door de omgeving (external locus of control) versus gedrag bepaald door eigen keuze (internal locus of control).
  • Impulsiviteit versus beschouwend reageren.
  • De neiging om mee te doen met anderen versus echte betrokkenheid.
  • Het conformeren aan maatschappelijke normen versus het streven naar idealen.
  • Het relativeren van morele normen versus het aanvaarden van universele waarden.
  • Bezittelijke en zelfzuchtige liefde versus altruïsme.
Stadia in de persoonlijke groei volgens Dabrowski

Stadium I: Primaire integratie.

In dit stadium is een individu bevredigend aangepast aan de omgeving. Hij of zij is egocentrisch en vooral geïnteresseerd in het eigen genot.

Stadium II: Desintegratie op één niveau.

Nog immer gericht op de buitenwereld, begint het individu te twijfelen over waargenomen verschillen tussen ‘wat is’ en ‘hoe het hoort te zijn’. Hoewel hij of zij nog steeds streeft naar persoonlijke bevrediging is er een begin van innerlijke conflicten.

Stadium III: Spontane desintegratie op meerdere niveaus.

Het realiseren van de grote discrepantie tussen het feitelijke zelf en het ideale zelf leidt tot sterke interne conflicten, die gekenmerkt worden door gevoelens van minderwaardigheid, schaamte en schuld. Ondanks incidentele steun voor zijn of haar unieke manier van denken, leidt de mens in dit stadium vaak veel geestelijke pijn tot hij of zij begrepen en gewaardeerd wordt.

Stadium IV: Georganiseerde desintegratie op meerdere niveaus.

In dit stadium begint de mens verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen daden en begint zijn of haar energie bewust te richten op het groeien naar het ideale zelf.

Stadium V: Secundaire integratie.

De mens is in harmonie met het ideale zelf en streeft er elke dag naar om het best mogelijke te doen. De discrepantie tussen ‘wat is’ en ‘hoe het hoort te zijn’ is opgelost. Dit hoogste stadium van ontwikkeling wordt zelden bereikt.

De mate waarin een individu hogere stadia van ontwikkeling kan bereiken hangt volgens Dabrowski af van een drietal factoren:

  • Ontwikkelingscondities, te weten: erfelijkheid, omgeving en de mate waarin die tesamen de innerlijke krachten aanspreken.
  • Psychische overprikkeling; dit is de neiging om sterker dan normaal te reageren op prikkels. Deze neiging wordt verondersteld erfelijk bepaald te zijn. Dabrowski onderscheidt vijf waarnemingskanalen waarin sprake kan zijn van overprikkeling: psychomotorisch, sensueel, intellectueel, verbeeldend (‘imaginational’) en emotioneel. De combinatie van verschillende vormen van overprikkeling is bepalend voor de manifestatie van iemands begaafdheden. Emotionele overprikkeling wordt beschouwd als noodzakelijk om hogere stadia van ontwikkeling te bereiken. Conflicten ontstaan wanneer overprikkelingstendenties naar buiten treden en niet geaccepteerd worden door de omgeving.
  • Innerlijke beweegredenen (‘dynamisms’) vormen het motief om te streven naar hogere stadia van ontwikkeling. Voorbeelden zijn: ambivalentie, ontevredenheid met zichzelf, schuldgevoel, zelfbewustzijn, autonomie en het persoonlijkheidsideaal.
Implicaties van de theorie

De theorie van positieve desintegratie is van grote betekenis voor iedereen die geïnteresseerd is in de psychologie van en het onderwijs aan hoogbegaafden. De stelling dat emotionele overprikkeling essentieel is om hogere stadia van ontwikkeling te bereiken impliceert dat eenzijdige nadruk op intellectuele ontwikkeling in het onderwijs misplaatst is. Als een belangrijk doel van het onderwijs is het bevorderen van de persoonlijke groei van de leerlingen, is het noodzakelijk om eveneens aandacht te besteden aan de emotionele en imaginationele ontwikkeling.
Een tweede gevolgtrekking uit de theorie van Dabrowski is dat hoogbegaafden een grote kans hebben om innerlijke conflicten te ontwikkelen, omdat zij meer dan anderen in staat zijn om de discrepantie te zien tussen ‘wat is’ en ‘hoe het hoort te zijn’. In plaats van die conflicten als negatief te zien omschrijft de theorie van Dabrowski ze als uitingen van existentiële strijd: de mens gaat het gevecht aan met zijn beperkingen op de weg naar geestelijke volwassenheid. Daarmee komt de theorie op het gebied van de psychotherapie.
Gedrag van cliënten dat in gangbare therapieën wordt beschouwd als afwijkend of neurotisch, kan in de visie van Dabrowski uitgelegd worden als een teken van innerlijk conflict. In plaats van te proberen dit te corrigeren moet het gebruikt worden als mogelijkheid voor persoonlijke groei. Logisch gevolg van deze conclusie is dat de therapie gericht moet worden op het domein van de emoties. Een andere consequentie in dit verband betreft het zoeken van een passende therapeut. Wil de therapie succesvol zijn, dan zou het wel eens van doorslaggevend belang kunnen zijn dat de therapeut een hoger stadium van ontwikkeling heeft dan de cliënt.

Wetenschappers op verschillende plaatsen zijn bezig met onderzoek dat steun kan geven aan de theorie van positieve desintegratie. Veelbelovend lijkt de mogelijkheid om via moderne neurologische onderzoekstechnieken het concept ‘psychische overprikkeling’ te toetsen.