Uit: ‘Hoogbegaafd, wat betekent dat?’, uitg. Vereniging Mensa Nederland, 1993

 

Hoofdstuk 9

De chaostheorie, creativiteit en intelligentie

Theorieë«n zijn vooral leuk als je ze kunt toepassen. Of de uitkomst dan een ‘waarheid’ oplevert moet je maar afwachten: volgens de quantumtheorie veranderen systemen juist terwijl en doordat je ze onderzoekt; de werkelijkheid is een dynamisch systeem.
Chaos heeft alles met die dynamiek te maken: alles is in beweging en in interactie met de omgeving. Onze wetenschappers hebben altijd gedaan alsof de werkelijkheid een lineair systeem is, dat valt te analyseren in onderdelen en waarin oorzaak en gevolg zich keurig aan wetmatigheden houden en daarmee voorspelbaar zijn. Een kleine verandering heeft dan kleine gevolgen, terwijl een grote verandering grote gevolgen heeft.
Nee, zegt de chaostheorie, voor hetzelfde geld heeft een kleine verandering in een variabele gigantische gevolgen die bovendien onvoorspelbaar zijn, terwijl een grote verandering ook weinig gevolgen kan hebben. Dat onvoorspelbare herkennen we als element in creativiteit en in de ontwikkeling van nieuwe ideeën en inzichten.

Anne Sterling, doctoraalstudente aan het Gifted and Talented Institute van het College of Education in Oregon, hield een helder betoog over “Creativity & Chaos Theory: A new Integrative World View”.

Veel mensen hebben wel eens een afbeelding gezien van een fractal: de grafische weergave van een chaotisch systeem waarin een patroon zichzelf eindeloos herhaalt, maar steeds een beetje anders. Een dergelijk systeem is zelf-ordenend en dynamisch, wat op een afbeelding ervan uiteraard niet te zien is. Het is wel te zien in systemen die we kennen uit de natuur: de vorm van bomen, varens, organen (b.v. de bronchiën), wolken en kustlijnen. Ook de hersenen hebben een dergelijke structuur. Anne Sterling probeerde in haar lezing via de chaostheorie en de structuur van het zenuwstelsel het optreden van creativiteit te verklaren, en de rol die de intelligentie daarin speelt.

Als we een mens beschouwen als een zelf-ordenend dynamisch systeem, dan heeft dat systeem een equilibrium, een natuurlijke evenwichtstoestand. Wordt dat evenwicht verstoord, dan raakt de persoon in dis-equilibrium. Zo'n verstoring kan ontstaan door het opkomen van existentiële vragen, problemen en gedachten. Verstoringen kunnen leiden tot een steeds sterkere schommeling rond de evenwichtstoestand, te vergelijken met de heen-en-weergaande beweging van een elastiek (afb. 1).
 


Afb. 1: Ontstaan van nieuw evenwicht in een zelf-ordenend en dynamisch systeem. (Anne Sterling)
 

Als iemand zich ver van zijn equilibrium af bevindt kan het wel eens gebeuren dat ‘het elastiek knapt’. Dan keert die persoon niet terug naar de oude evenwichtstoestand, maar vindt een nieuw evenwicht door de zelfordenende eigenschappen van het systeem. Dit moment wordt ook wel ‘Aha-Erlebnis’ genoemd.
Anne Sterling haalde vervolgens de theorie van Dabrowski aan (zie: hoofdstuk 15). Volgens die theorie zouden intelligente mensen vaker ‘uit evenwicht’ zijn omdat ze zichzelf meer vragen stellen en meer oog hebben voor wat zich om hen heen afspeelt. Daardoor zouden zij meer mogelijkheden hebben dan anderen om een hoger niveau van cognitieve of creatieve organisatie te bereiken.